De geschiedenis van Kolhorn in woord 
en beeld

Kolhorn was van oorsprong (ca 1350) een overslaghaven voor Schagen. In de loop der eeuwen ontwikkelde Kolhorn zich als havenplaats. Voor achtereenvolgens walvisvaarders, lichterschippers, turfschippers, zeevissers en Zuiderzee/IJsselmeervissers. In het museum laten wij stukjes van die geschiedenis zien, met het accent op de ansjovisvisserij. 

Met de drooglegging van de Waard- en Groetpolder in het midden van de 19e eeuw ontstond een groot akkerbouwgebied. Meekrap bleek een product wat goed groeide op de nog ziltige grond. Bovendien hielp de meekrap de klei geschikt te maken voor de teelt van andere gewassen.  In het museum laten we meer zien over de teelt en het gebruik van meekrap.

Uitgelicht vaste collectie

Deze hand gebreide trui is uniek. Naar een oud breipatroon van de originele Kolhorner visserstrui.
Visserstruien zijn globaal tussen 1860-1950 door vissers aan alle Nederlandse kusten gedragen als werkgoed. Slechts weinigen wisten nog van het bestaan. Vissers waren de eersten en heel lang de enigen die truien als bovengoed droegen. Truien waren hun werkgoed. Die werden gebreid door hun moeder, vrouw, zuster, dochter of in opdracht door weduwen volgens de motieven die de vrouwen in hun hoofd hadden: overgeleverd van moeder op dochter en nooit opgeschreven. Bron: Stella Ruhe